Ik laat het licht aan. Maar voor wie?
Titel: 1 – Ontmoeting
Datum: 5 september 2022
Auteur: Hans Stavleu
Op de hoek van de straat staat een deftige dame met prachtige zwartrode enkellaarsjes. Ze stopt net haar telefoon in haar handtasje. Met een snik in mijn stem spreek ik haar aan. “Dag mevrouw, mag ik u iets vragen? Heeft u hier misschien Stierke, een jong grijswit gevlekt katertje, gezien? Het antwoord kwam als ingestudeerd. “Nee, die heb ik niet gezien. Als ik hem heb gevonden, waar kan ik hem dan naartoe brengen?” Zo’n antwoord lucht op en met gestrekte rechterarm wijs ik naar het eind van de straat en zeg stamelend, “Daar op nummer 63. Dat is het huis van Teddy, daar logeer ik tijdelijk. Haar kater is denk ik jaloers op Stierke en heeft hem het huis uit gesist.” Ze vraagt nog meer. “Hoe lang logeer je er al? Blijf je er nog lang? Omdat ze beloofd heeft mee te zoeken geef ik snel antwoord. “Nou ik kon er slechts drie weken blijven omdat Teddy hoog bezoek verwacht. Gelukkig is dat uitgesteld. Nu kan ik vijf of zes weken blijven. Ik wil er wel voorgoed wonen, ik ben nu eenmaal niet graag alleen. Mevrouw, Ik ga weer verder zoeken. Dank u wel, fijn dat u me helpt.” De mysterieuze dame blijft opdringerig vragen. “Hoe heet je? Weet je ook wie dat hoge bezoek is?” Ik vraag me af wie dit nieuwsgierig Aagje is, ze heeft zichzelf niet eens voorgesteld. Ongeduldig antwoord ik, “Mevrouw, ik ben Twila, en wie op bezoek komt weet ik niet. Het is geheim, zegt Teddy. En wie bent u?” Het lijkt alsof ze niet luistert.
“Stierke, lieverd!” roep ik als ik zie dat mijn katertje langs een ligusterhaag sluipt met een veldmuisje in zijn bek. Dat de vrouw nog vraagt waarom ik ‘s nachts mijn licht laat branden dringt niet eens tot me door.